Wat is PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) ?

Allereerst maar de definitie vanuit de DSM-5, het psychiatrisch handboek.

PTSS (posttraumatische stress-stoornis) kent de volgende officiële criteria:

A. Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld op één of meer van de volgende manieren:

  1. zelf ondergaan van de traumatische gebeurtenis
  2. persoonlijk getuige zijn geweest (gezien, gelezen of gehoord) van deze traumatische gebeurtenis die anderen overkwam
  3. horen, lezen, zien (vernemen) dat de gebeurtenis een naast familielid of goede vriend is overkomen. De gebeurtenis moet dan wel gewelddadig van karakter zijn of een ongeval betreffen.
  4. ondergaan (meemaken) van herhaaldelijke of extreme blootstelling aan de afschuwwekkende details van de psychotraumatische gebeurtenis. (Dit geldt dan weer niet voor blootstelling via digitale media, film, tv of foto's, tenzij werkgerelateerd).

B. Eén of meer van de volgende intrusieve (opdringende) symptomen moet aanwezig zijn; die symptomen moeten samenhangen met de traumatische gebeurtenis en zijn begonnen nádat die gebeurtenis is begonnen:

  1. Herhalende, onvrijwillige en intrusieve pijnlijke herinneringen aan de traumatische gebeurtenis
  2. Herhalende nare dromen waarvan de inhoud en/of het gevoel (affect) van de droom samenhangt met de traumatische gebeurtenis
  3. Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de persoon het gevoel heeft of zelfs handelt alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaats vindt. De persoon kan in extreme vorm hierbij de actuele realiteit kwijt zijn (=dis-sociatie)
  4. Intense of langdurige psychische lijdensdruk bij blootstelling aan interne of externe prikkels die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken
  5. Duidelijke fysiologische (lichamelijke) reacties op interne of externe prikkels die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken

C. Voortdurende vermijding van prikkels die verbonden worden met de traumatische gebeurtenis. Deze vermijding is begonnen ná de traumatische gebeurtenis en blijkt uit 1 of beide volgende kenmerken:

  1. vermijding of pogingen tot vermijding van pijnlijke herinneringen, gedachten of gevoelens over, of sterk samenhangend met de traumatische gebeurtenis
  2. vermijding of pogingen daartoe van externe aspecten die aan de traumatische gebeurtenis doen denken (b.v. mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen), of die pijnlijke herinneringen, gedachten, gevoelens oproepen die sterk samenhangen met de traumatische gebeurtenis.

D. Negatieve veranderingen in cognities (gedachten) en stemming, verbonden met de traumatische gebeurtenis en begonnen ná deze gebeurtenis, zoals blijkt uit 2 of meer van de volgende kenmerken:

  1. Onvermogen om zich een belangrijk aspect van de traumatische gebeurtenis te herinneren (gewoonlijk door dissociatieve amnesie, niet door neurologisch letsel of drugsgebruik)
  2. Voortdurende en overdreven negatieve ideeën of verwachtingen over zichzelf, anderen of de wereld (b.v. "ik ben slecht", "niemand is te vertrouwen")
  3. Voortdurende, vertekende (abnormale) cognities over de oorzaak of gevolgen van de traumatische gebeurtenis zodat de persoon zichzelf of anderen ervan de schuld geeft (in extreme mate).
  4. Voortdurende negatieve gemoedstoestand (b.v. angst, boosheid, schuld- of schaamte)
  5. Duidelijk verminderde belangstelling voor, of deelname aan (voorheen) belangrijke activiteiten
  6. Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen (geen connectie meer voelen)
  7. Voortdurend onvermogen om positieve emoties te ervaren (b.v. geluk, voldoening of liefdevolle gevoelens)

E. Duidelijke veranderingen in arousal en reactiviteit, verbonden met de traumatische gebeurtenis. Deze zijn begonnen of verergerd ná de traumatische gebeurtenis, zoals blijkt uit 2 of meer van de volgende kenmerken:

  1. Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen (met weinig of geen aanleiding, plotseling), gewoonlijk tot uiting komend in verbale of lichamelijke agressie tegen mensen of voorwerpen
  2. Roekeloos of zelfdestructief gedrag (b.v. hard rijden, drugsgebruik)
  3. Hypervigilantie (overdreven waakzaam zijn)
  4. Overdreven schrikreacties
  5. Concentratieproblemen
  6. Verstoring van de slaap (moeite met in- of doorslapen, onrustige slaap)

F. De duur van bovenstaande is langer dan 1 maand

G. De stoornis moet klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of andere belangrijke terreinen opleveren

H. De stoornis wordt niet veroorzaakt door effecten van een middel (b.v. medicatie of alcohol of andere drugs), of door een lichamelijke aandoening

Dan is er nog PTSS mogelijk met:

  1. Dissociatieve symptomen:
  • depersonalisatie: gevoelens van vervreemding van de eigen psychische processen of het eigen lichaam, alsof de persoon zichzelf van buitenaf ervaart, b.v. in de droom lijken te zitten, of dat het lichaam onwerkelijk aanvoelt, of de tijd heel anders verloopt
  • derealisatie: alsof de realiteit om de persoon heen niet echt is, alsof in een droom of ballon, alsof omgeving vreemd of vervormd is

     2. De PTSS kan ook nog eens zijn met uitgestelde expressie: waarbij         pas na 6 maanden aan álle criteria wordt voldaan en daarvoor                 niet helemaal.


Opvallende Kernpunten van PTSS

Je moet dus aan nogal wat criteria voldoen wil men officieel spreken van Post Traumatische Stress Stoornis. In de klinische praktijk blijkt dat lang niet altijd het geval te zijn, zodat klinici vaak géén PTSS diagnose stellen. Dat is jammer en kwalijk omdat de persoon zelf wel degelijk serieuze klachten heeft en daardoor in het dagelijkse leven vast loopt of dreigt vast te lopen.

Een andere diagnose die dan vaak gesteld kán worden is de Andere (on)gespecificeerde trauma- en stressor-gerelateerde stoornis. Hierbij wordt voldaan aan het hoofdcriterium A (een trauma hebben meegemaakt) maar niet aan álle verplichte criteria van B, C, D en E terwijl er wél sprake is van een flinke (verstorende) lijdensdruk bij iemand.

Nóg een andere veelgestelde diagnose is de acute stressstoornis. In feite hetzelfde als de PTSS maar dan duren de symptomen langer dan 1 dag máár ookminder dan 1 maand. Tja.


De KERNpunten van een PTSS of traumagerelateerde stoornis zijn in feite wel duidelijk:

  1. een gebeurtenis moet hevig emotioneel zijn geweest voor de persoon waardoor zijn/haar gevoelswereld én ideeënwereld wezenlijk veranderd is, in negatieve zin.
  2. Iemand's gedachten- en gevoelswereld komt niet meer terug naar een hanteerbare vorm: iemand blijft er na 1 maand flink negatieve last van houden. B.v. door slecht slapen, constant gestresst zijn en niet zichzelf. Het stress-reactiesysteem blijft 'aan' staan en komt niet tot rust.
  3. De traumatische gebeurtenis met alle aspecten ervan blijft in het hoofd en lichaam van de persoon rondspoken en dus ook constant getriggerd worden. Alles wat erop lijkt kan deze gebeurtenis triggeren/oproepen, zodat de persoon het gevoel heeft de gebeurtenis steeds weer opnieuw te beleven met alle stress/emoties van dien.
  4. Niet alles van de traumatische gebeurtenis kan door de cliënt herinnerd worden. Vaak worden er slechts enkele (hele nare) beelden, geluiden of geuren van zo'n traumatische gebeurtenis herinnerd. Echter, het kán ook zijn dat deze herinnering niet helemaal waarheidsgetrouw is. Vaak wordt de herinnering ook vervormd en worden er (nare) dingen bij verzonnen door ons bewustzijn.

Hoe vaak komt nu een PTSS voor ?

Dit is een essentiële vraag, maar lastig te beantwoorden. In wetenschappelijke studies lopen de schattingen van het vóórkomen van PTSS nogal uiteen, van 1.1% tot wel 6.8% (zie artikel uit 2017 hier).

Een ander Duits artikel uit 2020 laat vooral de economische impact zien van PTSS door data uit Duitsland te gebruiken. Hierbij schatten zij ook de prevalentie in, maar de schatting is uit 2010 en er wordt benadrukt dat de prevalentie van PTSS (vóórkomen) laag is (1.1-2.9%).

Over het algemeen wordt in studies aangenomen (geschat) dat de prevalentie bij vrouwen hoger ligt dan bij mannen: gemiddeld krijgen vrouwen vaker PTSS dan mannen. Waarom wordt nooit duidelijk gemaakt of is simpelweg onbekend.

Zoals wel bekend in de wetenschappelijke wereld, zijn er vele studies. Deze studies verwijzen vaak naar elkaar en zijn vaak voorzichtig met hun schattingen. Gokken is niet iets wetenschappelijks. Maar...mijn klinische indruk én die van mijn collega's is, dat PTSS en andere trauma- en stressorgerelateerde stoornissen echt wel veel vaker vóórkomen dan de wetenschappelijke schattingen. Mogelijk wel tussen de 10-15% van de bevolking. Maar in alle eerlijkheid: niemand die het precies kan zeggen, want niemand die het precies heeft bijgehouden. Ook door strenge privacy-regels is er geen goed zicht te krijgen op hoe vaak PTSS nou werkelijk voor komt.


Waardoor en waarom ontstaat een PTSS ?

Ook weer een zeer belangrijke vraag en helaas...niemand die het precies weet. Hoe meer je erover leest, hoe interessanter het wordt maar - zoals zo vaak - hoe meer vragen er ook onbeantwoord worden.

Feit is dat een PTSS uitsluitend kán ontstaan bij een bedreiging, dus bij gevaar. Nog specifieker: bij ERVAREN gevaar. Zelfs áls er geen gevaar is, maar iemand dénkt dat hij/zij ernstig in gevaar is, dan kan er een PTSS ontstaan. Dit feit is essentieel in het begrijpen van hoe ons zenuwstelsel, met name onze hersenen, reageert en een PTSS kán veroorzaken.

Want ook een ander heel interessant feit: het merendeel van de mensen die te maken krijgt met een traumatische bedreiging (nare gebeurtenis) krijgt géén PTSS. Wel is er vaak sprake van een acute stress-stoornis direct na zo'n gebeurtenis, zeker enkele uren of dagen erna. In feite is dit ook als volstrekt normaal te beschouwen. Maar slechts dus tussen de 1.6 tot 7% van de mensen krijgt daar daadwerkelijk een PTSS van. Het is echter wel mogelijk dat toch méér mensen er last van blijven houden, langer dan 1 maand, maar dat hun symptomen niet ernstig genoeg zijn voor een PTSS diagnose. Dan is het toch vaak een andere (on)gespecificeerde trauma- en stressorgerelateerde stoornis. Ik vermoed dat deze diagnose echt wel veel vaker vóórkomt, mogelijk tot 20% van de mensen. Maar hier zijn vrijwel helemaal geen wetenschappelijke studies naar verricht. 

Het vermoedelijke neuropsychologische mechanisme dat een PTSS of trauma-gerelateerde stoornis doet ontstaan, wil ik hieronder bespreken. Het is grotendeels opgebouwd uit mijn neuropsychologische kennis van emoties, cognitieve functies en ons gedrag (die natuurlijk beperkt is), mijn klinische ervaring met het behandelen van mensen met een trauma (honderden) én de verhalen van collega's, sprekers op symposia en die uit boeken over trauma's. 

Een bedreiging of gevaar leidt in ons zenuwstelsel tot een sterke reactie van vooral ons autonome zenuwstelsel = de stress-reactie. Dit autonome zenuwstelsel kent 2 hoofdtakken: het para-sympathische en het sympathische deel. Het para-sympathische deel is het deel dat zorgt voor rust, kalmte en een sterke daling van de hartslag. De 10e hersenzenuw, de nervus vagus, heeft de meeste vertakkingen binnen dit autonome zenuwstelsel naar vrijwel het gehele lichaam. 

Het Sympathische deel van het autonome zenuwstelsel verzorgt de activiteit, het in-beweging-komen áls er gevaar dreigt. De extreme vorm hiervan is de flight-or-fight reactie (vluchten of vechten). Als door deze mobilisatie van het lichaam niet aan het gevaar kan worden ontkomen, dan kán er de freeze-reactie (verstijving) optreden: het volledig stilvallen van het lichaam, in de hoop dat je dan niet meer gezien wordt en zo aan je belager kan ontsnappen.

In de dierenwereld is dit goed te zien bij b.v. schapen, geiten of kippen. Het ziet er grappig uit maar het is een serieuze evolutionair ontwikkelde reflex die autonoom optreedt bij extreme doodsangst. De laatste mogelijkheid om nog te kunnen ontsnappen aan je dood. In een prachtig Youtube-filmpje ontsnapt een Impala antilope aan de dood door deze reflex toe te passen. Klik op onderstaande afbeelding om het Youtube-filmpje te zien.

ImpalaDeathReflex

Het bovenstaande filmpje is mede zo interessant omdat het nóg iets wezenlijks laat zien van een psychotrauma. Het lichaam reageert in eerste instantie met de autonome stress-reactie die het meest extreem is: dissociëren, dus 'uit het lichaam treden' eigenlijk, zich compleet dood houden. Dit is de dorsovagale reactie van de nervus vagus die veel lichaamsfuncties zoals hartslag, ademhaling, bloeddruk, spierspanning heel snel en in sterke mate doet verlagen. Vrijwel zeker is het bewustzijn hierbij ook verlaagd. Met andere woorden: het  geheugenopslagproces zal in deze toestand niet meer helemaal functioneren: niet alles zal nu onthouden of opgeslagen worden (vandaar dissociatieve amnesie).

In tweede instantie, áls het gevaar geweken is, moet het bijna-dood lichaam weer actief worden. In het filmpje is goed te zien dat de Impala hevig gaat ademhalen (buikademhaling vooral) en ook het oor gaat even bewegen. Bij een dergelijke hevige ademhaling wordt er weer veel meer zuurstof ingenomen en de hartslag gaat omhoog, inclusief hogere bloeddruk en spierspanning. Dit gaat gepaard met hevig trillen, schokken, vermoedelijk mede veroorzaakt door de effecten van enkele stress-hormonen zoals adrenaline (hartslagverhogend) en cortisol. Uiteindelijk komt het lichaam voldoende op gang en neemt dit schokken af. De Impala staat dan opvallend snel op en vlucht weg van de gevaarlijke plek. 

Met name Peter Levine, de trauma-expert en auteur van het boek De Tijger ontwaakt (zie bij aanbevolen boeken), praat ook over de noodzaak van het geheel afmaken van álle trauma-gerelateerde lichaamsbewegingen. Hij vermoed dat PTSS onder meer komt door het vastzetten en abrupt afbreken van het gehele verwerkingsproces dat bij een trauma-ervaring hoort. Daarom laat hij bij zijn behandeling van psychotrauma, cliënten vaak de bewegingen maken waarvan hij vermoedt dat zij ten tijde van het trauma NIET afgemaakt kónden worden.

Opvallend is dat daarna vaak het trauma niet meer zo in het lichaam aanwezig is, het is niet meer 'vastgevroren' als het ware. Het lijkt erop dat het totale geheugenspoor dat bij een trauma-verwerking hoort dan eindelijk wegebt in het lange-termijn-geheugen. Ik schrijf dit nu zo speculatief op, om het wat inzichtelijker te maken. Verderop leg ik het wat meer uit: mijn vermoedens hoe een en ander bij PTSS werkt. Hierbij is de dierenwereld essentieel omdat onze hersenen nu eenmaal op een dierenbrein gebouwd zijn. 


Psychotrauma en het geheugen

Waarom een psychotrauma zich vast zet in het brein bij de ene persoon en bij vele anderen niet, is nog altijd niet geheel duidelijk. Hieronder probeer ik dat te verklaren.

Allereerst het bekende feit dat een gebeurtenis door de hersenen wordt opgeslagen in het korte termijn geheugen, of beter gezegd: in het werkgeheugen. Dat is het zeer vluchtige geheugen dat slechts enkele seconden bestaat (tot ongeveer 15-20 seconden). Binnen de beperkte ruimte van dat werkgeheugen (men denkt ongeveer 5-8 eenheden informatie tegelijkertijd, per persoon verschillend), worden allerlei details van een gebeurtenis verwerkt.

Bij een nare gebeurtenis met een dreiging, wordt door de intense (basis)-emotie Angst automatisch gefocust op de gevaarlijkste details van de gebeurtenis. Bijvoorbeeld, bij een verkrachting waarbij de verkrachter voor je staat met een mes, kan het zijn dat je bewustzijn (=werkgeheugen) gevuld wordt met de ogen van de verkrachter of het mes zelf. Dat hangt maar af van hoe sterk deze prikkels duidelijk zichtbaar zijn. Het kan b.v. ook zijn dat een bepaalde vieze geur van de verkrachter (hij stinkt uit zijn mond b.v.) ook heel goed opgeslagen wordt. Feit is dat dergelijke details, gepaard gaande met hevige angst, het beste opgeslagen worden in je langetermijngeheugen. 

De route van het werkgeheugen naar het lange-termijn-geheugen gaat niet over 1 nacht ijs. Daadwerkelijke consolidatie (=betrouwbaar opslaan en vastzetten in het LangeTermijnGeheugen) blijkt enige uren en soms ook enkele dagen te duren. Vaak is daarvoor ook een goede nachtrust nodig. Die nachtrust is dan weer nodig om de geheugenopslagprocessen optimaal te laten verlopen.

Daarin zit vermoedelijk één van de oorzaken van het ontwikkelen van een PTSS. Een goede nachtrust is na een psychotrauma meestal NIET het geval: onrustige slaap of zelfs helemaal geen slaap. Hierdoor is het waarschijnlijk zo dat enkele zeer nare elementen/details van de gebeurtenis, constant in het werkgeheugen herhaald worden. Met de nodige hevige emoties hierbij. Vanuit geheugentheorieën weten we dan dat dergelijke nare details extreem sterk in het LangeTermijnGeheugen worden opgeslagen. Het kán zijn dat daardoor zulke details als het ware 'ingebrand' worden en er diepe geheugensporen gevormd worden in het LangeTermijnGeheugen. Allerlei andere details van de gebeurtenis worden misschien ook opgeslagen maar niet heel betrouwbaar. 

Wat veel mensen niet weten is dat niet alleen allerlei details van een gebeurtenis worden opgeslagen, maar ook de details van de directe omgeving, zoals de kleuren, geluiden en geuren. En nóg belangrijker: ook de interne lichaamstoestand wordt tegelijkertijd opgeslagen. Dus b.v. je bloeddruk, je ademhaling, je spierspanning, je houding, de hoeveelheid (stress)-hormonen in je bloed, je hartslag.

Het zogenaamde Geheugenbeeld van een gebeurtenis is dus uiterst complex én ook zeer gelaagd. Immers, je lichaamstoestand wordt via andere hersengebieden opgeslagen dan b.v. de details van de directe omgeving. Zeer veel hersengebieden die op dat moment actief zijn, zijn betrokken bij de opslag in het LangeTermijnGeheugen. 

Dit belangrijke detail, dat een Geheugenbeeld van een gebeurtenis bestaat uit een gelaagde representatie van de gebeurtenis zelf, je lichaamstoestand, en onderdelen van de directe omgeving, kan verklaren waarom bijvoorbeeld een bepaalde lichaamshouding direct hevige angst of verdriet kan triggeren na een traumatische gebeurtenis. Veel mensen zeggen dan dat het trauma opgeslagen is in het lichaam maar feitelijk is dat NIET helemaal waar. Het enige dat gezegd kan worden is dat het de traumatische gebeurtenis sámen met delen van de lichaamstoestand is opgeslagen in het LangeTermijnGeheugen (in de hersenen). Hieronder wordt dit opslagproces na een trauma in het LangeTermijnGeheugen uitgebeeld.

PTSS_OpslagInGeheugen

Proces van Opslag in het LangeTermijnGeheugen na een psychotrauma

Hierboven het Opslagproces dat plaats vindt na een traumatische gebeurtenis. Duidelijk wordt hopelijk dat het Geheugenbeeld bestaat uit meerdere details zoals de Interne en Externe omgeving en ook delen van de gebeurtenis zelf. Hevige emoties zoals Angst (of Boosheid of Verdriet) hebben een sterke invloed op hoe iets in het LangeTermijnGeheugen opgeslagen wordt.


We weten dat hevige emoties sámen met nare details heel sterk opgeslagen worden in het LangeTermijnGeheugen. Het LangeTermijnGeheugen is in feite een zeer groot associatief netwerk: alles is aan elkaar gekoppeld. De koppelingen worden met name versterkt door emoties. Als de basisemotie Angst is, worden álle gebeurtenissen ooit in je leven die te maken hebben gehad met angst, aan elkaar gekoppeld. Dát kan verklaren waarom je in een toestand van een paniekaanval (=hevige angst) allerlei zeer angstige beelden en gebeurtenissen sneller kan herinneren dan gewone, neutrale gebeurtenissen. 

In de geheugentheorie heet dit ook wel 'Toestandsafhankelijk leren'. Een duidelijk voorbeeld daarvan is als je iets leert wanneer je dronken bent, dus onder invloed van alcohol. Het leren vindt dan wel plaats, er worden dan wel bepaalde dingen opgeslagen in je hoofd, maar tegelijkertijd wordt ook je lichaamsconditie opgeslagen, onder invloed van de alcohol. 

Klik hieronder op het plaatje om een Youtube-filmpje te zien waarin de verschillende vormen van het geheugen én het context/toestandsafhankelijk leren wordt uitgelegd. Eerlijk gezegd is het Engelse filmpje daaronder veel duidelijker met zijn uitleg. Dus als je Engels goed kan verstaan zou ik je aanraden dit Engelse filmpje te bekijken.

KennisClipWerkingGeheugen

Kennisclip Werking van verschillende geheugens.

Met ook korte uitleg over Context of toestands-afhankelijk geheugen.


ContextDependentMemory

Engels filmpje over Context-dependent leren

Uitleg in het Engels over toestandsafhankelijk leren. Het legt dit concept een stuk beter uit dan het Nederlandse filmpje.


Waarom verdwijnt de traumatische gebeurtenis NIET bij een PTSS ?

Boven heb ik weliswaar beschreven hoe zeer waarschijnlijk een traumatische gebeurtenis in het LangeTermijnGeheugen wordt opgeslagen, maar ik heb nog niet uitgelegd waarom het bij PTSS ook blijft hangen. Want een nare gebeurtenis wordt neuropsychologisch gezien op precies dezelfde manier opgeslagen in het LTG (LangeTermijnGeheugen) als ook andere, meer neutrale gebeurtenissen.

Daarvoor moet je naar hét verschil kijken tussen een traumatische en een neutrale of positieve gebeurtenis. Dat verschil komt volgens mij neer op 2 essentiële zaken:

  1. De Intensiteit van een nare emotie (Verdriet of Angst)
  2. Een zeer groot, plots ontstaan verschil in 1 of meer kernovertuigingen waardoor het Zelfbeeld ernstig beschadigd is

Beide factoren MOETEN plaats vinden anders ontwikkelt er zich geen PTSS. Dus alleen 1, een hevige emotie, is niet voldoende voor een PTSS.

Immers, bij een positieve gebeurtenis, zoals b.v. een zeer hevige verliefdheid, of verschrikkelijk hard lachen met vrienden, of leuk dansen op geweldige muziek, is er weliswaar een zeer intense emotie zoals Blijheid aanwezig, maar ontbreekt de grote wijziging in een kernovertuiging en daarmee de schade aan het Zelfbeeld.

Ik denk dat deze schade aan het Zelfbeeld essentieel en noodzakelijk is om een PTSS te ontwikkelen. Dit heb ik gebaseerd om al mijn cliënten (en dat zijn er inmiddels honderden) die ik heb mogen behandelen voor PTSS of andere trauma- en stressorgerelateerde stoornis. Al deze cliënten hadden een ernstige zeer plotselinge verandering in hun Zelfbeeld opgelopen na de traumatische gebeurtenis. En deze verandering was zó groot dat hun Zelfbeeld ernstig was verzwakt. Dat gold in de meeste gevallen voor beide dimensies in het Zelfbeeld: zowel in de Zelfcontrole als ook in de Zelfwaardering. Opvallend was ook dat deze cliënten met PTSS niet in de gaten hadden dat hun Zelfbeeld zó beschadigd was en daardoor konden zij dit ook niet meer zelf repareren. Ze misten hiervoor voldoende Zelfcontrole. 

Het essentiële element dat in staat is om zulke zeer snelle en grote veranderingen in een Zelfbeeld te veroorzaken is een Intense emotie, over het algemeen Angst. Dat kan alleen maar gebeuren áls iemand een Gevaar ervaart. En dat heeft dan weer alles te maken met een Zelfbeeld dat niet heel sterk is, of anders gezegd: niet realistisch. Die hevige Angst lijkt een normale stress-reactie op te wekken waarbij het sympatische zenuwstelsel in actie komt: vluchten of vechten.

En juist als er onvoldoende Zelfcontrole is, kán het autonome zenuwstelsel de stress-reactie doorschakelen naar een zeer extreme reactie: een psychologische shock. Dan dissociëert iemand, trekt zich qua bewustzijn terug (bewustzijn wordt sterk versmald), alle acties worden als het ware bevroren, zijn ook niet meer helpend, beweging treedt nauwelijks meer op, emotie boos verdwijnt en angst neemt het helemaal over.

Na dit alles is het Zelfbeeld wezenlijk en razendsnel veranderd waarbij zowel Zelfcontrole als ook Zelfwaardering veel lager zijn geworden. Het oude Zelfbeeld (Zelf) is geheel anders dan het nieuwe, beschadigde Zelf. Dát is ook één van de duidelijkste kenmerken bij een PTSS: men herkent zichzelf niet meer, is heel anders dan voorheen: angstiger, schrikachtiger, geniet niet meer zo van zichzelf of van dingen, vaak bozer, sneller geïrriteerd, veel meer schuldgevoelens en lagere zelfwaarde. In onderstaand figuur heb ik de essentiële veranderingen die leiden tot een PTSS samengevat.

PTSS_VeranderingenUitleg

Essentiële veranderingen die leiden tot PTSS

Bij een traumatische gebeurtenis ontstaan hevige emoties die een sympathische stress-reactie uitlokken. Deze is bedoeld om je te verdedigen en het gevaar te verminderen. Indien dit echter niet succesvol is, wordt de stress-reactie een dorso-vagale reflex die kan leidt tot een abnormale (niet)-verwerking van het trauma. Een essentieel element in dit proces is het Zelfbeeld dat een hoofdrol speelt in het al dan niet ontstaan van PTSS.


Zelfbeeld is dé sleutel bij het ontstaan en behandelen van PTSS

Zoals te zien in het figuur hierboven, is mijns inziens het Zelfbeeld dé sleutel om het ontstaan van PTSS te kunnen verklaren. Dit model doet verschillende voorspellingen die ik heb kunnen toetsen aan de hand van mijn ervaringen met vele cliënten met PTSS en met de EMDR behandeling voor deze mensen. Onbedoeld hebben zij mij erg geholpen met het begrijpen van het PTSS beeld.

Het model voorspelt meerdere zaken die ik hieronder per zaak wil toelichten. 

  1. Bij een voldoende sterk zelfbeeld ontstaat er géén PTSS.

Toelichting: ieder mens (en dier) zal bij een dreiging de sympathische stress-reactie vertonen omdat dat nu eenmaal evolutionair zo in onze hersenen is gegroeid. Deze stress-reactie is een verdedigingsreactie die het (dreigende) gevaar moet doen afnemen. Echter, om deze reactie succesvol te laten zijn, moet je een voldoende sterk zelfbeeld hebben. Voor meer uitgebreide informatie over dit zelfbeeld zie mijn pagina over het Zelfbeeldmodel: klik HIER voor deze pagina.

Het Zelfbeeld kent 2 fundamentele dimensies: Zelfcontrole en Zelfwaarde. Beide moeten voldoende sterk zijn om elke stress aan te kunnen. De basisemotie Angst die ontstaat bij een dreiging kan gereguleerd worden, dus ook verminderd worden áls je Zelfcontrole maar sterk genoeg is. Zelfcontrole is het fundamentele idee over jezelf dat jij bij machte bent om dingen om je heen én in jezelf positief te veranderen. In de psychologie wordt dit de Interne Locus of Control genoemd. Er zijn vele studies gedaan naar Locus of Control en vele laten een positieve sterke relatie zien tussen Interne locus of control en minder psychopathologie. Dit ondersteunt mijn hypothese dat een sterke Zelf-controle een sterke verdediging is tegen emotionele stoornissen zoals PTSS. Je kunt gewoon Googlen naar interne locus of control studies. Voor het gemak heb ik hier een recente Spaanse studie geplaatst. Klik hier om deze studie in 2023 te lezen (wel in het Engels).

Bijvoorbeeld het idee en het vertrouwen dat je sterk genoeg bent om een aanvaller af te schrikken of zelfs te verwonden. Maar ook b.v. het idee dat je bij machte bent om weg te rennen of om keihard hulp te roepen. Of het idee dat je in staat bent met je aanvaller te praten zodat deze toch minder agressief wordt.

Daarnaast is je Zelfwaarde van belang bij een dreigend gevaar. Je moet fundamenteel geloven in jouw eigenwaarde: dat JIJ het verdient om er te zijn, dat JIJ de moeite waard bent en bepaalde rechten hebt. Dat niemand deze rechten mag afpakken of wegnemen. Immers, als je echt denkt dat jij toch niets voor stelt, dat jij maar een nietsnut bent, dan zal je verdedigingsreactie veel minder sterk zijn. Je zult veel sneller je hoofd laten hangen en je willen terugtrekken en niets doen. Je copingstijl zal vermoedelijk veel passiever zijn dan nodig is om de dreiging te weerstaan.

     2. Als verwachtingen realistisch zijn dan ontwikkelt zich geen PTSS.

Een voldoende sterk Zelfbeeld is ook een meer realistisch zelfbeeld. Je verwachtingen en je ideeën omtrent mensen en de wereld om je heen zijn realistisch. Je komt zelden voor verrassingen te staan. Daarom zul je ook veel minder schrikken of volledig van slag raken als je een keer iets heel ernstigs mee maakt. De emoties zullen dan meestal minder intens zijn omdat het verschil tussen je verwachtingen en de realiteit niet groot is. Dat is ook één van de redenen dat hulpverleners, die emotioneel ingesteld zijn op hele nare situaties, niet zo heel gauw een PTSS oplopen na een paar ernstige incidenten. Ook hier gaat het om een juiste mix tussen interne en externe Locus of Control. Als je heel goed weet wáárop je (interne) controle hebt en waarop je géén controle hebt omdat dit vaak buiten je controle ligt, dan heb je een optimale balans tussen intern en externe locus of control. 

Een goede website die meer uitlegt over de juiste balans is HIER te vinden (helaas ook weer in het Engels maar je kunt met Google de site naar het NL vertalen).

    3. Het gaat NIET om de ernst van de dreiging maar om de ERVAREN dreiging.

De DSM-5 gaat uit van voor iedereen herkenbare dreigingen zoals verkrachtingen, gijzelingen, verkeersongelukken of mishandelingen. Maar er zijn ook andere psychotrauma's die kunnen leiden tot een PTSS of een traumagerelateerde stoornis. Daarbij gaat het vaak om het feit of iemand's integriteit, zowel fysiek als ook emotioneel, ernstig is aangetast. Een voorbeeld: ik had eens een oudere dame (75) die haar hondje (welke zij al 12 jaar had) plots had verloren aan een hartstilstand. Ze vond hem dood in de keuken met overgeefsel naast hem en hij had ook zijn plas laten lopen. Het overlijden was kennelijk best heftig voor het beestje geweest. Daarna was zij helemaal van slag. Weken daarna kon zij nog niet rustig inslapen, ze at bijna niet meer (geen trek) en had ook nare dromen waarbij zij of anderen om haar heen doodgingen of verongelukten. Opmerkelijk genoeg droomde zij niet over haar overleden hondje maar ze had wel overdag regelmatig het beeld dat terugkwam dat haar hondje daar zo hulpeloos in haar keuken lag. Vrijwel iedere keer dat zij deze keuken in ging, kwam dat beeld onvrijwillig bij haar boven en raakte zij weer van streek.

In haar geval dacht de huisarts niet aan een PTSS maar aan gewone verliesverwerking. Hij had niet doorgevraagd naar de symptomen van PTSS. Hij wilde haar wel een anti-depressivum voorschrijven. Maar daarmee behandel je onvoldoende haar PTSS. Hoe kan het nou dat zij bleef hangen in de verwerking van het overlijden van haar hondje?

Het model voorspelt dat haar Zelfbeeld dan niet sterk genoeg is geweest. Bovendien kwam het trauma bij haar ook diep in haar Zelfbeeld binnen. Hoe? Voor haar was haar hondje geen gewone hond. Vijf jaar geleden namelijk had zij na een huwelijk van 50 jaar haar man verloren aan een hartstilstand. Samen met haar man had zij vaak lange wandelingen gemaakt met haar hondje. Beiden waren helemaal gek op hun hondje. Ze voelde zich nuttig als mens om te zorgen voor haar hondje. Haar leven had vooral zin omdat zij haar hondje had, zeker nadat haar man was overleden. Ze had hem op de begrafenis nog beloofd voor altijd voor hun hondje te zorgen. En nu kon dat niet meer. Nu had haar leven weinig zin meer. Bovendien had zij zich schuldig gevoeld omdat zij niet op tijd had gezien dat haar hondje 's nachts pijn had gehad (dat dacht zij omdat zij het overgeefsel en de plas had gezien). 

Deze ogenschijnlijk kleine details zijn voor haar Zelfbeeld van essentieel belang. Deze details kunnen daarom verklaren waarom haar Zelfbeeld zo ernstig was beschadigd door het overlijden van haar hondje, dat zij geen normale rouwverwerking doorliep. Ze had een PTSS ontwikkeld. Iedere hulpverlener die moeite had gedaan om haar wat beter te leren kennen, had gezien hoe een dergelijk trauma heel diep in haar Zelfbeeld schade kon aanrichten en zodoende kon verklaren waarom zij een PTSS ontwikkelde. Dáárom is de aard van een trauma of dreiging niet heel belangrijk, wat een psychiatrisch handboek daar ook van zegt. 

Een ander prachtig voorbeeld heb ik ooit gelezen op Internet van een kinderpsychiater. Een klein kind van 4 jaar had een sterke angst ontwikkeld voor plassen of poepen op de wc thuis. De ouders hadden geen idee waarom dat was ontstaan. Het kind sliep slecht, was constant bang om naar de wc te gaan thuis, maar dat bleek zich ook uit te breiden naar andere wc's elders. Door deze angsten ontstond ook nog eens obstipatie bij het kindje.

De psychiater dacht toch eens naar die wc thuis te gaan kijken, maar daar leek niets mee aan de hand. Niet vies, een gewone wc. Ook was de knop om door te spoelen goed bereikbaar voor het kindje en het licht functioneerde gewoon. Totdat de psychiater een paar keer de wc doorspoelde. Toen pas viel hem op dat de wc een wat 'grommend' geluid maakte tijdens het doorspoelen, maar dat was niet bij elk doorspoelen. Toen het kindje dat in de woonkamer was met zijn ouders dat doorspoelen hoorde, verstijfde hij helemaal en kroop weg bij zijn moeder. De psychiater kwam er zodoende achter dat het dát geluid was waar het kind zo bang voor was. Het leek dus wel een specifieke fobie voor een eng geluid, in plaats van een PTSS of traumagerelateerde stressstoornis. 

Hij besloot echter nog een uitgebreid interview en gesprekje te houden met het kindje van 4. Wat had hij de afgelopen weken/maanden meegemaakt ten tijde van het begin van deze klachten. Uiteindelijk kwam hij erachter, door deze gesprekjes met het kind en zijn ouders, dat het zoontje erg van Disney-films hield. Maar op 4-jarige leeftijd had hij een Disney-film gekeken met zijn papa waarbij er sprake was van leeuwen. En met name 1 leeuw had hem heel bang gemaakt, toen deze leeuw heel vervaarlijk had gebruld.

De moeder kon zich nog herinneren dat haar zoontje rond die tijd plotseling moeite met slapen had gekregen en vaak nachtmerries had van achterna gezeten worden door dieren (en leeuwen). Dat hadden ze de psychiater nog niet verteld, tot hij zo doorvroeg naar wat hun zoontje wel en niet leuk vond. De psychiater had echter de link gelegd tussen het geluid van de wc en dit psychotrauma van die leeuwenfilm. In feite was het psychotrauma dus niet de wc maar de scène van die brullende leeuw en het gevecht daarna in de film. Dat had een diepe indruk op het kindje gemaakt.

Het Zelfbeeld was hier beschadigd geraakt doordat hij dacht In Gevaar te zijn thuis. Vooral toen dat nare geluid op de wc zo leek op die leeuw. Ook het Machteloos duiveltje was bij het zoontje sterker geworden: hij wist natuurlijk niet wat hij tegen dit Gevaar kon doen. En het bleef maar iedere keer als hij de naar de wc ging. Uiteindelijk werd het probleem opgelost door een tekentherapie én doordat de spoelbak werd veranderd zodat het doorspoelen een heel ander, vriendelijker geluid maakte. Soms kan therapie zo simpel zijn. 


Kun je jouw Zelfbeeld meten en sterker maken ?

Op beide vragen kan ik 100% JA antwoorden!

Veel mensen weten te weinig van hun Zelfbeeld en dat is ook niet verwonderlijk want het is een onbewust dynamisch construct en proces. Het zit in je Lange Termijn Geheugen en alleen door middel van speciale vragenlijsten en speciale vragen en zelf-reflectie (= naar jezelf kijken) leer je dit onbewuste Zelfbeeld steeds beter bewust kennen.

Op mijn pagina over het Zelfbeeldmodel wordt veel meer uitleg gegeven over het Zelfbeeld. Daarnaast kun je ook met behulp van enkele persoonlijkheidsvragenlijsten (PBQ160 en YSQ3) je Zelfbeeld daadwerkelijk meten. Deze meting is door mij ontwikkeld, is dus experimenteel, dat wil zeggen nog niet wetenschappelijk onderzocht, maar...wel bruikbaar. 

Ik stel voor dat je je meer verdiept in je Zelfbeeld en de genoemde vragenlijsten PBQ160 en YSQ3 eens invult. In de rapportage die je automatisch toegestuurd krijgt, vind je je Zelfbeeldsterkte terug. Het is een cijfer dat tussen 0 en 100% in zit. Het gemiddelde van deze sterkte van beide vragenlijsten is de beste schatting van je Zelfbeeldsterkte. Bij gezonde mensen die emotioneel weinig problemen kennen zou een gezond zelfbeeld tussen de 75% en 100% moeten zitten. Lees deze pagina over het Zelfbeeldmodel en doe de vragenlijsten op deze pagina. Veel plezier!


Heb je enige opmerkingen of toevoegingen?

Heb jij hier een leuk verhaal, opmerkingen of toevoegingen over? Eentje die ook andere mensen zou kunnen helpen en vooral constructief is? Deel het dan alsjeblieft!

[ ? ]

Upload 1-4 foto's of plaatjes (niet verplicht)[ ? ]

 

Click here to upload more images (optional)

Author Information (optional)

To receive credit as the author, enter your information below.

(first or full name)

(e.g., City, State, Country)

Submit Your Contribution

  •  submission guidelines.


(You can preview and edit on the next page)


DISCLAIMER

I will not take any responsibility for how the information on this website will affect you. It always remains your responsibility to handle all information with care and in case of medical or mental problems you should ALWAYS consult a professional in your neighbourhood!

Ik neem geen enkele verantwoordelijkheid voor hoe de informatie op deze site u zal beïnvloeden. Het blijft altijd uw verantwoordelijkheid om al deze informatie zorgvuldig te bekijken. In het geval van lichamelijke en/of mentale problemen dient u ALTIJD een professional in uw directe omgeving te waarschuwen!